NRC Handelsblad van 31-01-1998 Pagina 31
De meneer achter zijn beeldschermpje kijkt heel begrijpend als de mevrouw hem haar verhaal vertelt. Tja, het ging een beetje fout met die auto omdat ze had vergeten de handrem aan te trekken. Kijk maar, hij reed zó tegen een fontein in iemands tuin aan. Maar ze hoeft zich nergens zorgen om te maken, verzekert de meneer. Hij is immers van de RVS, en dan komt alles in orde.
Eèn ding is aan dat spotje echter allerminst in orde, meldde het vakblad Verzekerings Magazine VVP vorige week. Een oplettende tussenpersoon noteerde namelijk het nog net zichtbare kenteken van de auto (JR-DV-64) en vroeg bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer de gegevens op. Het nummer bleek niet toe te behoren aan het gefilmde voertuig, maar aan een Volvo 164E uit 1975. Deze oldtimer was ten tijde van de opnamen eigendom van de regisseur van het filmpje, en niet verzekerd bij de RVS. Daarna is de auto verkocht; de nieuwe eigenaar heeft een verzekering afgesloten bij de AMEV.
Ben Fros, hoofd marketing en communicatie bij de RVS, verklaarde tegenover het vakblad dat men in het filmpje een onherkenbare auto wilde laten zien met een kenteken dat niet toebehoorde aan een onbekende – om moeilijkheden te voorkomen. ‘De regisseur heeft toen even het nummerbord van zijn auto gehaald en op de tv-auto gemonteerd. Zoiets gebeurt wel vaker.’
Zijn de reclamemakers daarmee door de mand gevallen? Fros vindt van niet. En ook adjunct-hoofdredacteur Willem Vreeswijk van het verzekeringsvakblad geeft grif toe dat er geen sprake is van een schandaal: ‘Het is niet heel opzienbarend, het is gewoon een leuk bericht.’
Het volgt echter op een onthulling die een paar weken geleden meer stof deed opwaaien. Toen baarde Verzekerings Magazine VVP opzien met de mededeling, dat Monique van de Ven twee hypotheken had bij Aegon en niet èèn bij FBTO, terwijl zulks wel werd beweerd in reclamedrukwerk van dat bedrijf. FBTO zag zich zelfs gedwongen een paginagrote rectificatie te plaatsen, waarin quasi-luchthartig werd gemeld dat Van de Ven inmiddels bij FBTO tegen alles verzekerd is, ‘behalve tegen een storm in een glas water’. De grappen waren vervolgens niet van de lucht. ‘Tja, dat bericht is een beetje met ons weggelopen,’ zegt Vreeswijk. ‘Het ging ons om een foutje van FBTO, en niet om Monique van de Ven aan te pakken.’Maar prompt stond de geloofwaardigheid van de reclame weer eens ter discussie, en vooral de geloofwaardigheid van acteurs die daarin optreden.
Het is een glibberig terrein, waarop de betrokkenen al gauw het risico lopen voor gek te staan. Vóór je het weet, heeft Rijk de Gooyer in een interview verklaard dat hij Paturain maar een vies kaasje vindt. Niet voor niets ging de cabaretière Karin Bloemen vorig najaar meteen in de verdediging, toen ze verscheen in tv-spotjes voor het nieuwe (succesvolle) weekblad Vriendin. In een column in het eerste nummer schreef ze nogal kieskeurig te zijn in het aannemen van reclame : ‘Ik kan het niet waarmaken om op tv te gaan lopen blèren dat wasmiddel X de kleuren niet aantast, terwijl ik m’n eigen nieuwe blouse net hartstikke vaal uit zo’n sopje gehaald heb. Dat zou wel erg veel op liegen lijken. Als ik ‘ja’ zeg op reclame , probeer ik dat altijd te doen vanuit de binding die ik voel met het product waar het om gaat. Dat heb ik bij Vriendin. (-) En, o ja, ik krijg er inderdaad geld voor, wat ’n mazzel hè!’
Karin Bloemen had overigens nog een andere reden tot voorzichtigheid. Een jaar of tien geleden verscheen ze samen met Peter Faber in reclamefilmpjes voor Amstel. Van het royale honorarium kon ze een Amsterdams grachtenhuis kopen dat ze in een interview half-spottend ‘m’n Amsteltje’noemde. In een brief liet de brouwerij haar toen weten deze benaming niet op prijs te stellen.