NRC Handelsblad van 31-05-1999 Pagina 23
De stem van Frans Bromet is uit duizenden te herkennen, of hij nu bezig is het wederzijds getreiter van buren in kaart te brengen, een moeizame poging doet andermans geloof in God te verklaren of bij landgenoten informeert naar hun ervaringen met de nieuwe Presario-huiscomputer van Compaq.Dat laatste speelt zich overigens af in de STER, want ook Bromet is niet hardhorend gebleven voor de roep van de reclamewereld: met hetzelfde toonloze timbre als in Buren (VPRO) of Oh God (NCRV) vraagt hij die mensen of het nou nog moeilijk was, zo’n Presario. Zo glijdt een markante stijlfiguur langzaam maar zeker af naar het niveau van een maniertje.
Als filmmaker heeft Frans Bromet zich nu in elk geval geschaard in een illuster gezelschap van cineasten die emplooi vinden in reclame. De laatste aanwinsten waren Mike van Diem, de maker van Karakter die eind vorig jaar een filmpje voor Centraal Beheer regisseerde, en de befaamde Wim Wenders die begin dit jaar een spotje ensceneerde voor de Duitse spoorwegen. Intussen nam Frans Weisz vorig jaar afscheid van zijn trouwe opdrachtgever Jägermeister. Nog veel meer voorbeelden komen voorbij in de driedelige documentaireserie A-Z of separating people from their money van de Duitse reclamefilmer Hermann Vaske, die de komende drie zondagmiddagen door de VPRO wordt herhaald tijdens de zomerstop van De Plantage.
Tony Scott vertelt bijvoorbeeld, dat hij pas de regie van de Hollywood-hit Top Gun op zich mocht nemen nadat de producent zijn Saab-commercial had gezien. En daar duikt ook Wim Wenders weer op. ,,Je kunt als cineast niet langer volhouden dat de reclame een heel ander terrein is waar je niet je vingers aan wilt branden”, zegt hij, verwijzend naar een spotje dat hij eerder maakte voor ovens. ,,Ik doe graag” laat Jon Amiel zelfs weten. ,,Je kunt er volledig mee op je bek gaan zonder dat iemand het weet, want je naam staat er nooit bij. En je kunt er heel veel geld mee verdienen.” Een ander sterk voorbeeld is Fellini’s reclamefilmpje voor de Banco di Roma, terwijl de regisseur Emir Kusturica in de tweede aflevering zelfs zonder blikken of blozen verklaart: ,,Als Michelangelo vandaag nog zou leven, zou hij spotjes voor Nike maken.”
De grenzen tussen kunst en reclame vervagen, wil Vaske maar zeggen, en dat is ook ongeveer de strekking van de inleiding, op een bloemetjesbank in een leeg landschap uitgesproken door de acteur Dennis Hopper. Vervolgens springt Vaske alle kanten op en alle werelddelen langs om in een zwaar Duits accent aan zo’n tachtig reclamemakers en regisseurs te vragen wat zij ervan denken. Het gevolg is een warboel van kort geknipte uitspraken, die lang niet altijd iets met het onderwerp te maken hebben, maar wel een levendige bedoening opleveren.
,,Mij interesseert de vraag wat creativiteit is,” verklaarde de documentarist zijn drie uur durende mammoetproject.,,Bestaat er een gemeenschappelijke bron die alle creatieve disciplines inspireert?” En even later, in een poging tot antwoord:
,,Deze film onderzoekt de these, dat geld de voedingsbodem voor creativiteit is.” Erg duidelijk worden zijn bedoelingen, kortom, niet. Zelfs als reclame kunst zou zijn, blijft immers het feit dat reclamemakers in hun werk zelf nooit het laatste woord hebben; dat is aan de opdrachtgevers. Maar als er inderdaad zo weinig verschil zou bestaan tussen kunst en reclame schreef Martin Ax in de Duitse krant Die Welt, dan heeft Vaske een documentaire gemaakt die het imago van de reclame veel goed zal doen: ,,Als alle kunst wil verkopen, is reclame de eerlijkste kunst, omdat zij niet poogt haar bedoeling te versluieren.”
A-Z of separating people from their money, zondag, Ned.3, 17.00-17.54u.