NRC Handelsblad van 24-10-2000 Pagina 25
Ze dachten dat ze het vooraf netjes met Ben & Jerry’s hadden geregeld, zei filmproducent Phil Hunt ietwat verongelijkt. Maar de oprichters Ben Cohen en Jerry Greenfield, die de zon wel in het water konden zien schijnen, hebben hun ijsimperium begin dit jaar verkocht aan Unilever, en Unilever ziet er de grap niet van in. Het concern dreigt met juridische stappen tegen de uitbreng van de filmkomedie Chunky Monkey, omdat het gelijknamige ijsje daarin dienst doet als erotisch glijmiddel.Chunky Monkey is niet alleen een van de populairste ijsjes van Ben & Jerry’s, maar ook de titel van een nieuwe Engelse film die binnenkort in de bioscopen wordt verwacht. Alison Steadman speelt daarin de buurvrouw van een man met een levendige seksuele fantasie. Zijn lievelingsdroom betreft een op Julie Andrews gelijkende vrouw met wie hij de daad bedrijft. En daarbij bewijst een Chunky Monkey-ijsje goede diensten. Hoe dat precies in zijn werk gaat, is echter nog onduidelijk. The Independent meldde vorige week, dat de meningen uiteenlopen. Volgens producent Phil Hunt is er van seks met een ijsje geen sprake, volgens Unilever wel. ,,Wij overwegen dat elke associatie van het merk van onze cli’nt met anale seks, gewelddadige moorden, blasfemie en verminkte lichamen, buitengewoon schadelijk zou zijn voor de reputatie van het merk”, schreef de juridische afdeling van Unilever in een brief aan de producent. Men eist dat de titel wordt veranderd en alle verwijzingen naar Chunky Monkey uit de rest van de film worden verwijderd. Hunt voelt daar niets voor, en scenarist-regisseur Greg Cruttwell evenmin. Het ijsje vormt, zeggen ze, `een integraal onderdeel’ van de film. Procederen wegens antireclame is geen nieuw verschijnsel. Eerder speelde zo’n kwestie zich zelfs in Nederland af. Wim Verstappen maakte in 1974 de film Alicia, met Willeke van Ammelrooy als een vrouw die huis, haard en echtgenoot Hugo Metsers verlaat om haar verveling elders te verdrijven. Tijdens haar speurtocht naar erotische opwinding komt ze onder meer in een Amsterdamse seksclub terecht. Daar voert een naakte vrouw een masturbatienummertje met een colafles op. In een flits kon de merknaam op de fles worden herkend: Coca-Cola.
Dat was voor de frisdrankenfirma genoeg om in actie te komen. ,,Wie deze scène heeft gezien”, zei de advocaat tijdens het kort geding voor de president van de Amsterdamse rechtbank, ,,krijgt een vieze smaak in de mond en zal minder gauw geneigd zijn om daarna een frisdrank te gebruiken. Dat is schadelijk voor de sprankelende, tintelende en vrijwel seksloze reputatie van Coca-Cola en voor de omzet.”
Wim Verstappen verdedigde zich door te wijzen op het feit, dat Alicia was toegelaten door de toen nog bestaande filmkeuring; zo aanstootgevend kon de scène dus niet zijn. Ook bracht hij zijn artistieke vrijheid te berde: ,,Alles wat je filmt, is nou eenmaal een merk. Maar ik vraag me af of Coca-Cola ook geprotesteerd zou hebben als iemand in de film zou worden doodgeslagen met een Cola-fles, wat een veel laakbaarder activiteit is.”
De rechter wees de eis echter toe, omdat de filmmakers gebruik hadden gemaakt van een merk dat niet hun eigendom was. Verstappen moest de scène overdoen, nu met een merkloos flesje. De film raakte, na die eerste opschudding, trouwens snel in de vergetelheid. De enige voetnoot in de filmgeschiedenis betreft een scènetje waarin Pim de la Parra met een te klein geslachtsdeel indruk tracht te maken op Olga Zuiderhoek. Coca-Cola heeft, kortom, het pad ge’ffend voor Unilever. De vraag is echter of ze in Engeland ooit van Wim Verstappen hebben gehoord. Tot dusver is producent Phil Hunt strijdvaardig, aldus The Independent. ,,Als ze tegen ons willen procederen”, zei hij, ,,dan zien we elkaar voor de rechter.”